Examples of using Gevaar in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Jij bent een gevaar op de weg.
We waren allebei in gevaar.
Zal ze altijd een gevaar voor ons zijn.
De Republikeinse partij is in gevaar.
M'n leven is in gevaar.
Uw familie is in gevaar.
Ze is een gevaar voor de samenleving.
Jij bent een gevaar op de weg.
En dat we een gevaar zijn voor buitenaards leven.
Het gevaar ligt op de loer.
Gezichtloze slachtoffers en een gastheer in gevaar.
U leven kan in gevaar zijn.
Je bent geen gevaar voor mij.
Je bent niet meer in gevaar.
U en uw vrouw zijn in gevaar.
Gevaar op middellange tot lange termijn: verplaatsing.
Een gevaar voor de samenleving?
Pas op voor het gevaar er vlak achter. Daar.
Het enige gevaar hier bent u.
Maar ondanks het gevaar landt Hess veilig.