Examples of using Gewoon toeval in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het is gewoon toeval.- Nee.
Het is gewoon toeval.- Nee.
Het is gewoon toeval.- Rustig.
Gewoon toeval.
Gewoon toeval, denk ik.
Gewoon toeval.
Was dat gewoon toeval?
Gewoon toeval- zouden sommigen zeggen.
Het bleek gewoon toeval te zijn.
Noem het gewoon toeval, maar niet God.
Of gewoon toeval?
Het was gewoon toeval. De oorbel.
Gewoon toeval, op hetzelfde moment.
Het is dus gewoon toeval dat ze zo romantisch klinken?
Gewoon toeval. Niets paranormaals.
Gewoon toeval. Niets paranormaals.
Dus dat met je vader was gewoon toeval?
Wel, het is gewoon toeval.
Maar ik veronderstel dat dat gewoon toeval is.
Oh, dit is gewoon toeval.