Examples of using Groot feest in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Een groot feest.
Dat was een groot feest gisteravond, he?
Op Walpurgis Night wordt een groot feest in het kasteel voorbereid.
We houden een groot feest op het kantoor.
Wordt geen groot feest.
Morgen is een groot feest.
Deze avond is één groot feest voor je zintuigen!
Dat is een groot feest hier in Mexico.
Koning Okkalapa organiseerde een groot feest om hun thuiskomst te vieren.
Een groot feest.
Was er afgelopen zondag een groot feest in uw tuin?
Er zal een groot feest zijn in het jaar 2222.
Er komt een groot feest.
Nou, is er vanavond een groot feest bij OZ.
Hij geeft een groot feest vanavond.
Het hoort een groot feest te zijn.
Er is een groot feest op 2203 West Olmstead op dit moment.
Er komt 'n groot feest, omdat je bent teruggekomen als man.
Een groot feest met alle verzetsgroepen.
Eindelijk een groot feest van levens.