Voorbeelden van het gebruik van Groot feest in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Een groot feest om ons af te leiden van het feit dat we mensen missen.
Hij zegt zijn baan op en geeft een groot feest.
Vanavond geeft hij een groot feest.
Dus we geven een groot feest.
werd het één groot feest.
Vanavond komt er een groot feest.
We geven 'n groot feest op zaterdag.
Een groot feest en dan ga ik de bajes in. We hadden dit nodig.
beloof ik jullie een groot feest.
Ik hoef geen groot feest.
Cartman organiseert een groot feest.
Ik heb het gevoel dat er iets zal zijn een groot feest morgen.
Ik houd dit weekend een groot feest.
Jullie gaven hier een groot feest.
We geven een groot feest op zaterdag.
Groot feest. Ik ben blij om jullie weer samen te zien.
Zie deze trouwpartij als één groot feest voor ons.
Het wordt een groot feest.
Er werd vandaag een groot feest gehouden.
Het leven een oud groot feest is.