Examples of using Knallen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Twee knallen in de verte. Daar.
Er was popcorn aan het knallen en wat nog meer?
Want we gaan hem uit de lucht knallen.
Je moet zijn verdomde hoofd eraf knallen.
Hollywood-sterren knallen champagneglazen in deze stijl.
Ga, knallen.- Eindelijk goed nieuws!
Knallen op commando, lelijkerd.
Ik zou je overhoop moeten knallen, maar ik ben niet zoals jij.
Ja, dat knallen deed me schrikken.- Ja.
Het zijn niet allemaal knallen en gezwellen, weet je.
Ik zou je neer moeten knallen voor zo'n belediging!
Je hoopte dat, dat ding bij mij uit elkaar zou knallen.
We knallen op die kolonel!
Ik wil geen knallen en scheten. Ik wil kracht!
Waarom zou ik je niet het water uit knallen?
Dan knallen we haar af.
Knallen. Dat is niet grappig. Wat?
Niveaus van het gooien van een bal en knallen de ballen.
Deze oordopjes beschermen je oren tegen de knallen.
Ik ga haar opsluiten in de sauna en haar trommelvliezen eruit knallen.