Voorbeelden van het gebruik van Knallen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Zou ik jullie zo uit de lucht knallen! Als ik een raket had.
Wil je iets horen knallen?
Daar knallen we zo tegenop.
Ik ga dit laten knallen.
Het is niet mooi als ze knallen.
Laat me knallen.
Die knallen we hier gewoon af.
En dan knallen we ze weg?
Dan knallen we ze weg.
We gaan tien flessen knallen.
Baas, laat de champagne knallen.
Laat de kurk nog niet knallen.
Ja, als ze in het water zijn, knallen we hen neer.
Ze komen en gaan en laten de zweep knallen.
Mijn vrouw zei dat ze verschillende knallen hoorde.
Iemand heeft zijn kurk laten knallen.
Niet binnen laten knallen.
Kom op… Ik ga je piemeltje er af knallen.
Ik schrok op van ongeveer vijf luide knallen.
En ik schrok van een stuk of zes luide knallen.