KOKEN in English translation

cook
koken
kok
bak
kokkin
bereiden
bakken
klaarmaken
gaar
garen
kook
boil
kook
steenpuist
kookpunt
te koken
puist
kookt
laten koken
doorkoken
dinner
diner
eten
avondmaal
maaltijd
dineetje
avondeten
cooking
koken
kok
bak
kokkin
bereiden
bakken
klaarmaken
gaar
garen
kook
boiling
kook
steenpuist
kookpunt
te koken
puist
kookt
laten koken
doorkoken
cooked
koken
kok
bak
kokkin
bereiden
bakken
klaarmaken
gaar
garen
kook
cooks
koken
kok
bak
kokkin
bereiden
bakken
klaarmaken
gaar
garen
kook
boiled
kook
steenpuist
kookpunt
te koken
puist
kookt
laten koken
doorkoken

Examples of using Koken in Dutch and their translations into English

{-}
  • Colloquial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ik had moeten koken wat ik zou gaan koken.
I should have cooked the shit I was gonna cook.
Wrat moet schoon koken in heet water.
Wart need to steam clean boiled in hot water.
Zooals het koken, van het heetste water.
Like the boiling of hot water.
Houd uw voedsel steeds in het oog tijdens het koken.
Always watch your food while it cooks.
En Sarah-Jean kan niet koken.
And Sarah-Jean can't cook.
Ik moet gaan koken.
I should start dinner.
Hallo, Jerry. Iemand is aan het koken.
Hello, Jerry. Someone's cooking.
Je laat mijn bloed koken.
You're making my blood boil.
Koken boven het kampvuur.
Cooked over the camp fire.
Water koken en handen wassen.
And washing hands. Boiling water.
De sterke smaak wordt milder door het koken.
The strong flavour is reduced when its boiled.
Iedereen wilt met een vrouw trouwen die goed kan koken.
Everyone wants to marry a woman who cooks well.
Ik wist niet dat jij kon koken.
I didn't know you could cook.
Laat haar maar zelf koken.
Let her make her own dinner.
Ik gebruik het voor het koken.
I'm using it for the cooking.
En nu hun hemel brandt en onze oceanen koken.
And now, their skies burn and our oceans boil.
Koken met de snelkookpan 4.-5.
Cooked in a pressure cooker 4. -5.
Water koken en handen wassen.
Boiling water and washing hands.
De kleur verdwijnt wel grotendeels tijdens het koken.
Much of the colour disappears when boiled.
Alleen de beste marinekoks mogen voor de opperbevelhebber koken.
Only the best navy cooks.
Results: 19938, Time: 0.0478

Top dictionary queries

Dutch - English