Examples of using Moslim in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Nee, hij was geen moslim, sahib.
Een van de vijftien was een moslim de resterende Christian.
Hij is een moslim geworden.
Van mij mogen ze hoerenjongen zijn, moslim, Serviër.
Ik ben niet Roger Moslim.
De Jood denkt niet dat het de moslim zal zijn.
Alsjeblieft…- Trouwens, ik ben een Moslim.
Het slachtoffer was een moslim.
Momenteel is Syrië bijna volledig moslim.
Het slachtoffer was moslim.
Men kan moslim terrorisme niet bestrijden met militaire middelen.
Geen toegewijde moslim wil iets met drugs te maken hebben.
Ik weet niet of mensen moslim, christen of atheïst zijn.
Elke moslim die bidt in een gebedsruimte?
Ik werd daar wel moslim. Maar ik verloor mijn geloof in mezelf.
Onze Moslim broeders hebben vrouwen nodig.
Als moslim, bedoel je?
De Profeet riep de moslim bij zich en vroeg hem hierover.
Hij was geen moslim, maar een soort getikte.
Ik ben moslim, getrouwd met een christen.