Examples of using Olivier in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Dag, Olivier.
Je kunt je lieve Olivier niets wijsmaken.
Claire, met Olivier.
Nee, Olivier.
Ik hoop dat u Olivier opgepakt hebt.
En precies op dat moment moest Olivier niezen.
Ik ben Olivier Chaptois.
Dat is Mrs. Olivier.
Anne Marie, het is Olivier.
Behalve haar man Olivier Keemer.
Het is goed, Olivier.
Lieve, Olivier zijn moeder is arts
Olivier heeft gelijk.
Olivier begon op een heel primitieve manier zijn eigen data te verzamelen.
Die Olivier levert het geld.
Alles wat Olivier raakt, is ook mijn probleem.
Dat is Olivier z'n masker.
Olivier heeft een flat
Stond Olivier tegen Sugar Ray,
Daarbij wordt ze alweer geholpen door Olivier Royal.