OVERGROOTMOEDER in English translation

great-grandmother
overgrootmoeder
grootmoeder
overgrootoma
overgroot oma
betovergrootmoeder
great-grandma
overgrootmoeder
overgroot oma
geweldige oma
groot-oma
great great grandmother
overgrootmoeder
great-great-grandmama
overgrootmoeder
betovergrootmoeder
great-granny
overgrootmoeder
oude oma
greatgrandmother
overgrootmoeder
great grandmother
overgrootmoeder
grootmoeder
overgrootoma
overgroot oma
betovergrootmoeder
great grandma
overgrootmoeder
overgroot oma
geweldige oma
groot-oma
great-grandmothers
overgrootmoeder
grootmoeder
overgrootoma
overgroot oma
betovergrootmoeder

Examples of using Overgrootmoeder in Dutch and their translations into English

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Je moeder, Sylvia, mijn overgrootmoeder.
Your mother, Sylvia, my great-grandmother.
Doug's overgrootmoeder was een zeer slimme vrouw.
Doug's great-great-grandmother was a very smart woman.
Net als haar overgrootmoeder INT. FR.
Just like her great grandmother INT. FR.
En overgrootmoeder Florence.
And Great Grandma Florence.
Het werd gebruikt zodra onze overgrootmoeder.
It was used once our great-grandmothers.
Jouw overgrootmoeder.
Your great-grandma.
Ik denk dat dat mijn overgrootmoeder was.
I think she was my great-grandmother.
Je overgrootmoeder vertelde me een keer een verhaal.
Your great-great-grandmother once told me a story.
Geef je overgrootmoeder een knuffel.
Give your Great Grandma some sugar.
Haar overgrootmoeder was een slavin in Noord Carolina.
Her great grandmother was an enslaved woman in North Carolina.
Edith, overgrootmoeder.
Edith great-grandmother.
Lucian En dit en mijn overgrootmoeder, Abigail.
Lucian… and my great-grandma, Abigail.
Haar overgrootmoeder was een slaaf.
Her great grandmother was an enslaved woman in North Carolina.
M'n overgrootmoeder was koningin Victoria.
My great-great-grandmother was Queen Victoria.
Maar niemand heeft ooit de geest van mijn overgrootmoeder Acacia gezien.
But no one has ever seen the ghost of my great grandma Acacia.
Mijn overgrootmoeder.
My great-grandmother.
Die koffer behoorde aan je overgrootmoeder Rosalind.
Belonged to your great-grandma Rosalind. That trunk.
Jullie overgrootmoeder is Betty.
Your great grandmother is betty.
Dit was m'n overgrootmoeder.
This was my great-great-grandmother.
Dat is m'n overgrootmoeder nu.
That's me a great grandma now.
Results: 419, Time: 0.0639

Top dictionary queries

Dutch - English