Examples of using Postbode in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
secretaresse, postbode.
De moordenaar wist niet dat deze postbode 3 uur achter zou lopen.
Oké, goed… bactericide middelen en hij is een postbode.
Ben ik soms de postbode?
Dat is de postbode niet.
Mijn vriend is de postbode.
Ik ben al zeven jaar op rij verkozen als beste postbode.
Het sorteerpersoneel en de postbode voor die route.
Hij is een postbode.
Wat is een postbode?
Jij bent mijn postbode.
Nee, niet onze postbode.
M'n vader is postbode.
Gisteren bracht de postbode het laatste pakket van de bom Worthing Downs.
Zeg ons de naam van de postbode.
Vandaag begint mijn zevende jaar als een U.S. postbode.
Je kijkt als 'n postbode tijdens kerst.
Gevonden door de postbode.
We kunnen hem een postbode maken.
Nee, maar ook niet als een postbode.