Examples of using Presentator in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
De presentator staat gewoonlijk. Goed.
Mijn man is 'n presentator op kanaal 12.
Hij is tevens tekstschrijver en presentator.
Wat vind je van die presentator, Pete?
Hij is tevens bekend als presentator en diskjockey.
Ik ben uw presentator, dr. Michael Westfield.
De presentator staat gewoonlijk. Goed.
De tekst is volledig weerspiegeld in de richting van de presentator.
Goed mogelijk, geen presentator is immers hetzelfde.
Tom Tucker, lokaal nieuws presentator.
De winnaar is zelf fanatiek sporter en presentator bij RTV Utrecht.
Ik heb de vragen van te voren uitgewerkt met die presentator Sanjay.
Een presentator van Radio Scoop.
De presentator van Cheaters.
Het moet de cabine van de presentator zijn in de noordoostelijke hoek.
distributielijsten kunnen met deze optie niet als presentator worden toegevoegd.
Dat gaat niet over het presentator zijn op het werk.
Canady was de presentator van zijn eigen televisieprogramma in de jaren 90.
Digitale Visuele Presentator USB met VGA Hoofdlijnen: 1.
Uw presentator voor vandaag: Johan Klein Haneveld.