Voorbeelden van het gebruik van Presentator in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ja, hij sprak met Wade Anders, onze presentator.
Ik wil 'n foto met de presentator.
Wat? Rob Riggle, de presentator van Holey Moley?
Hoorde u dat de presentator dat zei?
Waarvan ze eiste dat die brief aan de presentator wordt gegeven.
Opeens kreeg ik de kans presentator te worden.
Terug naar Huisdiermatch, met presentator Chuck Yenta.
En hier is de presentator van Jeopardy!
Ik ben maar de presentator.
Moet ik weer 'n presentator ontslaan?
De presentator staat gewoonlijk.
De presentator staat gewoonlijk. Goed.
Hij was verder presentator van enkele tv-shows, waaronder Diálogo abierto.
Sinds begin 2012 werkte hij als presentator en commentator bij Infostrada Sports Group.
Auteur, presentator en Designer Jane Means heeft altijd hield van avontuur en creatie.
Wil je dat ik jou en de presentator van een ochtendshow help een moord te plegen?
Mijn man is 'n presentator op kanaal 12.
Presentator, komiek, acteur, schrijver, regisseur.
Onze presentator van vanavond, de ultieme invaller: Homer Simpson!
Ik schreef zelfs een brief naar de directeur en de presentator van een radioshow.