Examples of using Repeteren in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Felluci staat altijd op twee weken repeteren.
Ja? Ja, laten we het repeteren.
Begin nu met repeteren, het is het perfecte moment.
Het is een nieuwe groep, ze hebben nog niet kunnen repeteren.
We waren gewoon aan het repeteren dat is alles.
Ik ga repeteren op Broadway en moet me voorbereiden!
We repeteren het nummer van gister.
Uren van repeteren.
We zullen de plaats des doods repeteren.
Te veel repeteren leidt tot blessures.
Vandaag mocht ze voor het eerst repeteren in de Düsseldorf Arena.
Lex was inmiddels begonnen met repeteren….
Ik moet repeteren met de band.
Repeteren doen we elke dinsdag van 18u tot 19u,
Het ging best beschaafd, maar we gaan niet repeteren.
Maar we moeten repeteren.
Ongetwijfeld repeteren de Tweeling voor het optreden van vanavond.
We waren hier komen repeteren met Orly sud.
Ja. We hoorden haar repeteren. Joplin?
Huiswerk, repeteren met de band.