Examples of using Rest in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Helsinki en de rest, naar de tunnel!
Zelfs zonder dat de rest van het gezin het weet?
De rest is naar een goed doel gegaan.
Ik heb Chuck en de rest.
Waar is de rest van m'n bagage?
De rest is naar een goed doel gegaan.
En de rest van mijn team, ja.
En de rest krijgt hun eigen, persoonlijke Cincinnati.
Dat zijn Sara en de rest.
Voor de rest was ze Pippi Langkous.
Of de rest van zijn leven, wat er 't eerst komt.
Met de rest van de lage--leven sensationalists.
Claire kon wel zonder hem, maar de rest niet.
Weet ik, ik ben niet zoals de rest.
De rest ligt ver achter.
Met de rest van het team, maar ik heb honger.
We moeten naar de rest van het bericht luisteren.
Alsof je beter bent dan de rest.
Orson en de rest wilden vissen.
Voor de rest, hou je je mond dicht.