Examples of using Shawn in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Shawn, ik moet je iets vragen.
Nu moet Shawn dat betalen.
Heb je Shawn gezien?
Heeft Shawn problemen op school?
Heeft Shawn een vriendin?
Weet Shawn dat hij een bom draagt?
Shawn is geweldig.
Z'n zoon Shawn was pas drie toen je z'n vader vermoordde.
Shawn staat op die lijst.
En Shawn?
Ruben, Shawn Spencer en Burton Guster onderzoeken de moord.
Shawn heeft gelijk, Carlton.
Shawn zijn ingeving over Veronica Towne was precies goed.
Shawn hier moet ook rondgeleid worden.
Shawn Spencer, hoofd paranormale zaken.
Shawn Spencer, ik werk voor de politie.
In 2011 herenigde Parker zich met Napster-mede-oprichter Shawn Fanning om airtime. com op te richten.
Shawn werd boos.
Ze werd smoorverliefd op Shawn Brady, die echter meer interesse toonde in Belle.
Shawn woont in een soort gefortificeerd intelligent huis.