Examples of using Spaargeld in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
En hebt u uw spaargeld weer nodig?
Het huis, ons spaargeld.
Ik heb een paar duizend euro spaargeld.
Alles bij elkaar genomen, is het niets anders dan het stelen van je hard verdiende spaargeld.
Uw man heeft mensen bedrogen voor hun spaargeld.
We hebben spaargeld.
Dat heeft veel gevergd, al ons spaargeld.
Dat is m'n spaargeld.
Je vergeet de beurs en m'n spaargeld.
De meeste Oost-Duitsers hebben hun spaargeld al gewisseld voor DM's.
Hij betaalde het met zijn zuurverdiende spaargeld.
Daarvoor hebben we je spaargeld nodig.
Ik wist niet dat je spaargeld had.
Ons ging het om het bewaren van het spaargeld van mensen.
Dat is bijna al mijn spaargeld.
Hebben we spaargeld?
En we hadden geen spaargeld.
We hebben spaargeld.
Pensioen: U en uw spaargeld.
Dat is een hoop spaargeld dan. Van mijn spaargeld.