Examples of using Uitnodigen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Bedankt voor het uitnodigen, Meneer en Mevrouw Heffley.
Je had me niet moeten uitnodigen.
Handig hulpmiddel voor het uitnodigen van deelnemers aan uw telefonische vergadering.
La Cala is een rustige plek, met stranden die uitnodigen om te ontspannen.
Ik kan haar niet uitnodigen.
Hem uitnodigen voor een diner?
Ze hadden je moeten uitnodigen.
Bij gelegenheid kunnen wij u uitnodigen een enquête in te vullen.
U kunt uw deelnemers bijvoorbeeld automatisch uitnodigen voor een volgend webinar.
Ja. We kunnen alle buren uitnodigen.
Hmm… mij uitnodigen om je keuken te doorzoeken.
Sorry, ik had je niet moeten uitnodigen.
Je ontvangt uitnodigen voor alle bijeenkomsten.
Allemaal. En laat haar een paar uitnodigen voor het feest.
Maar als we haar uitnodigen.
Beide partijen uitnodigen, he?
Ik had je niet moeten uitnodigen voor 't kerstdiner.
Hoe verloopt de ideale flow van uitnodigen, inschrijven én registreren?
Ik hoorde Amy je niet uitnodigen.
Allemaal. En laat haar een paar uitnodigen voor het feest.