Examples of using Volgende keer in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Wellicht volgende keer, onderdeurtje.
Het lukt volgende keer wel.
Bel volgende keer.
Komt goed. Volgende keer rij je alleen.
Ja. Volgende keer gaan we als gezin.
Wacht maar tot volgende keer, ettertje!
Groter volgende keer.
Hij is goed. Volgende keer krijgen we hem.
Ik moet proberen een aantal van hun gebak volgende keer.
Volg deze tips om betere naam business concepten te genereren volgende keer.
Wel, meer geluk volgende keer.
Misschien. Alleen wij meiden volgende keer.
Roep een taxi volgende keer.
Regel betere snacks volgende keer.
Volgende keer.- Volgende keer?
Ga voor de knieschijven volgende keer.
Goed. Ga voor de knieschijven volgende keer.
Probeer de tonijnsalade volgende keer.
Doe het niet zo hard volgende keer.
Goed geprobeerd, Joe Volgende keer meer geluk!