KEER in English translation

time
tijd
keer
moment
tijdstip
laat
periode
altijd
vaak
ogenblik
once
zodra
eenmaal
eens
ooit
als
keer
wanneer
nadat
vroeger
éénmaal
again
weer
opnieuw
nogmaals
nog eens
alweer
nog een keer
wederom
terug
ook
sometime
ergens
keer
eens
soms
ooit
enige tijd
nog
wel
doen
samen
turn
beurt
draai
veranderen
schakel
maken
worden
bocht
keren
afslaan
wenden
times
tijd
keer
moment
tijdstip
laat
periode
altijd
vaak
ogenblik

Examples of using Keer in Dutch and their translations into English

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Voor deze keer ben ik het eens met Alfred.
For once, I agree with Alfred.
Misschien kunnen we een keer praten.
Perhaps we could talk sometime.
Je slaat me nog een keer.
照着耳朵来,再打一次 Hit me again.
Keer je je van Hem weg.
You turn away from him.
Eerste keer in Berlijn, Esty?
Is this your first time in Berlin, Esty?
Vijf keer speler van de week.
Times--5 times, player of the week.
Ik een keer naar Puerto Rico.
I went to Puerto Rico once.
Soms. Ik neem je een keer mee naar de Chinees.
Sometimes. I will take you to Chinese sometime.
Vijfduizend dollar vele malen, keer op keer.
Five thousand dollars many times over and over again.
Keer de auto. We gaan naar huis.
Turn the car around and let's go home.
Volgende keer betaal ik voor business class.
Next time, I pay for business class.
Vijf keer speler van de week.
Five times, player of the week.
Ik zag hem een keer in Monte Carlo.
I met him once in Monte Carlo.
Misschien kun je me een keer opzoeken in het moeras.
Maybe you can come visit me in the swamp sometime.
Laat hem dit keer niet ontkomen.
Don't let him get away again.
Keer hem de andere wang toe.
Turn the other cheek. him.
Maar deze keer voor Koro.
But for Koro this time.
Ja. Duizend keer ja. Ja.
Yes. A thousand times yes. Yes.
Quentin en ik gingen een keer.
Quentin and I went once.
Ik moet hem een keer achterlaten.
I gotta leave him sometime.
Results: 205935, Time: 0.0785

Keer in different Languages

Top dictionary queries

Dutch - English