WEER THUIS in English translation

• back home
• home again
• get home
• come home
• returned home
• go home
• back in the house
• home in time
• finally home
• weather at home
• home soon

Examples of using Weer thuis in Dutch and their translations into English

Je wilde toch weer thuis zijn?
Thought all you wanted was to be home again.

Je bent weer thuis.
You have come home.

Als we geen vertraging oplopen zullen we net voor de Kerst weer thuis zijn.
If our flights are not delayed we can be home in time for Christmas.

Waarom ben je weer thuis?
Why are you back in the house?

Nee, ze is weer thuis op Kandoka.
Nah, she's back home on Kandoka.

Weer thuis installeer ik op zolder een etspers.
Returned home, I install in the attick an etching press.

Als ik weer thuis ben, begraven we hem.
When I get home, we will give him a proper burial.

Weer thuis vanaf nu vanaf nu vanaf nu.
From now on Home again.

Rond het avondeten zijn we weer thuis.
I will be home in time for dinner.

Goed, we zijn weer thuis.
All right, we're finally home.

Ja, hij is weer thuis.
Yes, it's come home.

Morgen zijn we weer thuis.
By this time tomorrow, we will be back in the house.

Nee, ze is weer thuis op Kandoka.
No, she's back home, on Kandoka.

Pas aan het einde van de middag zijn jullie weer thuis.
It's already afternoon by the time you get home.

Wat een verschil was het met het weer thuis!
What a difference with the weather at home!

Maar nu is Maria weer thuis in Nazareth.
But now Mary has returned home to Nazareth.

Ik hoop dat ik voor de kerst weer thuis ben.
I hope I will be home in time for Christmas.

Vrienden, we zijn weer thuis.
My friends… we have come home.

Hij is nu weer thuis.
He's back in the house now.

En ik nu weer thuis ben.
Now I'm home again.