AARON in Dutch translation

• aaron
• aäron
• hârôen
• haroen
• aron

Examples of using Aaron in English and their translations into Dutch

Aaron and I follow the trail.
Aron en ik volgen de sporen.

Yeah, aaron chambers. I'm married.
Ja, Aaron Chambers. Ik ben getrouwd.

Aaron, you shame yourself.
Aäron, schaam je.

Aaron Sten Ström is my fiancé.
Aron Stenström is mijn verloofde.

Junior or Senior? Aaron Stibel?
Aaron Stibel.- Junior of senior?

And the Lord of Moses and Aaron.
De Heer van Mozes en Aäron.

Aaron! Get him out of the car!
Aron? Wagner, haal hem eruit!

We're like Moses and Aaron.
We zijn net zoals Mozes en Aäron.

Michael for Aaron.
Michael voor Aaron.

Aaron spotted a whale shark on the north end last week.
Aron spotte vorige week een walvishaai aan het noordeinde.

I am your brother Aaron.
Ik ben je broer, Aäron.

And because Josh and Aaron deserve.
En omdat Josh en Aaron het verdienen.

Aaron, we are on the way home.
We zijn op weg naar huis, Aron.

The Lord of Moses and Aaron.
De Heer van Mozes en Aäron.

I'm here, Claire.- Aaron.
Ik ben hier, Claire. Aaron.

Stop socialising and call Aaron.
Kap eens met socializen en bel Aron.

God, by the hand of Moses and Aaron.
God, door de hand van Mozes en Aäron.

I wasn't your patient, Aaron.
Ik was geen patiënt, Aaron.

Aaron! Get him out of the car!
Haal hem eruit.-Aron?

Junior or Senior? Aaron Stibel.
Junior of senior? Aaron Stibel.