Examples of using Always know when in English and their translations into Dutch
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
How you always know when someone is telling the truth.
Hoe je altijd weet wanneer iemand je de waarheid verteld.No, I told you, I always know when someone lies.
Ik heb je gezegd dat ik altijd weet wanneer iemand liegt.- Nee.Hey. Oh, you always know when I have had sex.
Hallo. Oh, je weet altijd, wanneer ik seks heb gehad.Oh, you always know when I have had sex.
Oh, je weet altijd, wanneer ik seks heb gehad.Always know when something's moving at home.
Weet altijd als er thuis iets beweegt.Always know when your monitor is in range and connected.
Altijd op de hoogte wanneer Always know when your monitor is in range and connected.
Met de verbindingsindicatie weet u altijd wanneer uw monitor binnen bereik en verbonden is.And you always know when a man's telling a lie?
En jij merkt het altijd als iemand liegt?I always know when people are spinning tales,
Ik weet het altijd als mensen iets hun duim zuigen,I always know when someone's looking at me behind my back.
Ik weet het altijd als iemand achter mijn rug om naar me kijkt.But Burt and Jimmy always know when I have got something really juicy.
Maar Burt en Jimmy weten altijd als ik sappig nieuws heb.I always know when my clients are trying to forget something.
Ik merk het altijd wanneer mijn klanten iets proberen te vergeten.Mums always know when something's not right.
Moeders weten het altijd als er iets niet klopt.Hiding something from me. Sweetheart, I always know when you're.
Ik weet het altijd als je iets voor me verbergt.I always know when you're hiding something from me.
Ik weet het altijd als je iets voor me verbergt.True. And you always know when I have gone too far.
Dat is waar. En je zult altijd weten, wanneer ik te ver ben gegaan.And you always know when I have gone too far.- True.
En je zult altijd weten, wanneer ik te ver ben gegaan.I always know when you're.
Ik weet het altijd als je iets voor me verbergt.I always know when it's you.
Ik weet het altijd als jij I always know when it's you.
Lk weet het altijd als jij 
