Examples of using Will know when in English and their translations into Dutch
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
I guess we will know when we're ready.
Ik denk dat we weten wanneer we klaar zijn.You will know when you're ready.
Je zal weten wanneer je klaar bent.You will know when it is time to act.
Je zult weten wanneer het tijd is om te handelen.Not yet. I will know when it's time.
Nog niet, ik weet wanneer het tijd is.I guess we will know when we find him.
Dat horen we wel als we hem vinden.He will know when his time has come. No!
Hij zal weten wanneer zijn tijd is gekomen. Nee!I feel like we will know when it's the right time to have a shower together.
We weten wanneer het tijd is om samen te douchen.You will know when.
Je zult weten wanneer.You will know when it latches on.
Je weet wanneer het pakt.You will know when your fantasy has begun.
Je zal weten wanneer je fantasie begint.We will know when you have called her.
We weten wanneer u haar gebeld heeft.But you will know when it's activated.
Maar jij weet wanneer het geactiveerd is.You will know when to fold against this player.
Je zult weten wanneer je moet folden tegen deze speler.He will know when his time has come. But why?
Maar waarom? Hij zal weten wanneer zijn tijd is gekomen?You will know when to let this Word go.
Je zult weten wanneer dit Woord te laten gaan.She will know when it's time to cut bait.
Ze weet wanneer ze het aas binnen moet halen.I will know when it's over, right?
Ik zal weten wanneer het voorbij is, niet?You will know when you hear them.
U zult weten wanneer u het hoort.You will know when the night comes.
Je weet wanneer de nacht komt.You will know when I do.
Je zult weten wanneer ik dat doe.
