WILL in Dutch translation

• zullen
• dan
• wel
• gaan
• worden
• komen
• willen
• krijgen
• zal
• gaat
• wil
• wordt
• komt
• krijgt
• zult
• ga
• zul
• kom
• wilt
• word
• krijg

Examples of using Will in English and their translations into Dutch

I will go with Spencer.
Ik ga wel mee met Spencer.

You will discover the elite of the world's horses.
U gaat de elite van alle paarden ter wereld ontdekken.

It will if you don't help me.
Dat wordt het als u me niet helpt.

I will have my child.
Dan heb ik m'n kind.

But I will pray for your daughter.
Maar ik zal voor je dochter bidden.

Which I will open for you if you trust me.
Die ik voor je wil openen als je me vertrouwt.

Miss Lacey will have all she wants.
Miss Lacey krijgt alles wat ze wil.

I will speak with Maddie.
Ik praat wel met Maddie.

There will be a major change in our strategy.
Er komt een grote verandering, in onze strategie.

Will Spain help us,
Gaat Spanje ons helpen,

Your history will return to the way it was.
Uw geschiedenis wordt weer zoals het was.

I will have to report you.
Dan moet ik u rapporteren.

I will win your daughter.
Ik zal uw dochter veroveren.

I will sit anywhere you want.
Ik wil overal zitten.

Frank and Sammy Bull will pay homage to Brooklyn.
Frank en Sammy Bull zullen Brooklyn een eerbetoon bewijzen.

Or the drug will take him.
Of de drug krijgt hem te pakken.

I will make a new video.
Ik maak wel een nieuwe video.

Where's sally? she will be back today?
Ze komt vandaag terug. Waar is Sally?

Either Geeta will fight, or you and I.
Of Geeta gaat vechten… of u en ik.

The door will open automatically tomorrow.
De deur wordt morgen automatisch geopend.