KNOW WHEN YOU in Dutch translation

• weten wanneer je
• maar als je
• weet wanneer je

Examples of using Know when you in English and their translations into Dutch

I know when you have to come here.
Ik weet wanneer je moet komen.

Let me know when you find one. Yeah.
Ja. Laat me weten wanneer je er één vind.

I know when you stopped having good times, Diane.
Ik weet wanneer je met plezier gestopt bent, Diane.

Let me know when you want me to call.
Laat me weten wanneer je wilt dat ik hem bel.

Cos you never know when you will hit the jackpot.
Omdat je nooit weet wanneer je de jackpot gaat winnen.

Let me know when you hear something.
Laat me weten wanneer je iets gehoord hebt.

You know when you purposefully.
Je weet wanneer je opzettelijk.

Let me know when you persuade him.
Laat me weten wanneer je hem hebt overgehaald.

You know when you feel light-headed?
Je weet wanneer je je lichthoofdig voelt?

Let me know when you finish, Duck.
Laat me weten wanneer je klaar bent, Duck.

And even I know when you got too many partners.
En zelfs ik weet wanneer je te veel partners hebt.

They know when you come and go.
Ze weten wanneer je komt en gaat.

You know when you get to that point.
Je weet wanneer je zover bent.

Okay.- Let me know when you do.
Oké.- Laat me weten wanneer je klaar bent.

I know when you want a little tickle.
Ik weet wanneer je 'n beetje gekieteld wilt worden.

I know when you lie.
Ik weet wanneer je liegt.

Accurate ETAs so you know when you will arrive.
Nauwkeurige ETA's zodat je weet wanneer je aankomt.

You let me know when you have it set up.
Laat me weten, wanneer je het geregeld hebt.

Can you let me know when you're done?
Kun je me laten weten, wanneer je klaar bent?

Just let me know when you're ready to move on.
Laat mij het maar weten, wanneer je klaar bent om verder te gaan.