ARE ON A JOURNEY in Dutch translation

[ɑːr ɒn ə 'dʒ3ːni]
[ɑːr ɒn ə 'dʒ3ːni]
op reis zijn
are on a journey
are travelling
be on a trip
bent op weg
are heading
are on the way
are on the move
are going
are on the road
are on the path
are bound
left
are approaching
are down
op reis bent
are on a journey
are travelling
be on a trip
bent op reis
are on a journey
are travelling
be on a trip
bevinden ons op een traject

Examples of using Are on a journey in English and their translations into Dutch

{-}
  • Ecclesiastic category close
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
If you are on a journey, and cannot find a scribe,
En als jullie op reis zijn en geen schrijver vinden,
If you are on a journey, and cannot find a scribe,
En wanneer jullie op reis zijn, en jullie junnen geen schrijver vinden,
If ye are on a journey, and cannot find a scribe,
En wanneer jullie op reis zijn, en jullie junnen geen schrijver vinden,
In the mean time I chat a bit with the fellow campers, many of whom are on a journey as well.
Intussen klets ik wat met de mede-camping bewoners, waarvan velen ook op reis zijn.
We're on a journey, floating on a raft,- through a river of love.
We zijn op reis, drijvend op een vlot… door een rivier van liefde.
Um… We're on a journey, floating on a raft through a river of love.- Okay.
We zijn op reis, drijvend op een vlot… door een rivier van liefde.- Oké.
You are on a journey that is to return you to full consciousness
Je bent op een reis die je naar volledig bewustzijn zal terugbrengen
You are on a journey, which is very quickly to alter this realm
Jullie zijn op een reis, die zeer binnenkort dit rijk verandert
Do not pray when you have experienced a seminal discharge until after you have taken a bath, unless you are on a journey.
Tot gij uw aangezicht gewasschen hebt, ten minste wanneer gij niet op reis zijt.
a Finnish poet compared humanity to passengers on a train who are on a journey to hell, but who focus their attention on squabbling over a seat in first class.
een Fins dichter vergeleek de mensheid eens met treinreizigers die op weg zijn naar de hel, maar zich vooral bezighouden met het ruziën over een plaats in de eerste klas.
Believers, do not approach your prayers when you are drunk, until you understand what you say, nor when you are in a state of impurity,-- except when you are on a journey-- till you have bathed.
O geloovigen! komt niet om te bidden, indien gij beschonken zijt, totdat ge zult verstaan wat gij zegt; noch wanneer gij bezoedelt zijt. Wacht, tot gij uw aangezicht gewasschen hebt, ten minste wanneer gij niet op reis zijt.
And if you are on a journey and cannot find a scribe,
En als jullie op reis zijn en geen schrijver vinden,
If you are on a journey and cannot find a scribe,
En wanneer jullie op reis zijn, en jullie junnen geen schrijver vinden,
And if you are on a journey and cannot find a scribe,
En wanneer jullie op reis zijn, en jullie junnen geen schrijver vinden,
If you are on a journey and cannot find a scribe,
En als jullie op reis zijn en geen schrijver vinden,
In Vietnam? When I first met you, you said you were on a journey.
In Vietnam.-Je hebt gezegd dat je op reis bent.
Rey is a scavenger who is on a journey to fulfil her destiny.
Rey is een scavenger die op weg is haar lot te vervullen.
Your school is on a journey with lots of‘data subjects'.
Je school zit in een proces met tal van personen.
But a certain Samaritan, who was on a journey, came upon him;
Toen kwam een Samaritaan die op reis was, bij hem;
I'm on a journey to the end of vodka.
Ik ben op reis naar het einde van de wodka.
Results: 45, Time: 0.0679

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch