HELP THEM in Dutch translation

[help ðem]
[help ðem]
hen helpen
help them
assist them
aid them
support them
help ze
help them
give them
get them
assist them
hen bijstaan
assist them
support them
help them
accompany them
hen helpt
help them
assist them
aid them
support them
helpt hen
help them
assist them
aid them
support them
hen hielpen
help them
assist them
aid them
support them

Examples of using Help them in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
If you just help them find the boy.
Als jij hen helpt De Jongen te vinden.
Take the girls upstairs, help them clean their room.
Neem de meisjes mee naar boven, help ze om hun kamer op te ruimen.
Maybe we can help them.
Misschien kunnen we hen helpen.
And help them resist all those diseases.
En helpt hen zich te weren tegen al die ziekten.
Or help them fight against oppression.
Of hen helpt de druk te bestrijden.
Help them to see the truth.
Help ze de waarheid in te zien.
That will help them.
Dat zal hen helpen.
I mean, you help them make money, right?
Bedoel, u helpt hen om geld te maken, of niet?
Editor in chief if you help them hit a million copies?
Hoofdredactrice, als je hen helpt om een oplage van een miljoen te halen?
And I help them.
En ik help ze.
I will help them.
Lk zal hen helpen.
You help them to get rid of the baby?
U helpt hen de baby weg te maken?
Customers appreciate the fact that you help them to get customer benefits.
Je klanten waarderen het als je hen helpt om klantenvoordelen te krijgen.
Yes, help them.
Ja, help ze.
All I wanted to do was help them.
Het enige wat ik wou doen is hen helpen.
Help them to discover the provident hand of our Father God in all circumstances.
Helpt hen in alle omstandigheden de Voorzienigheid van onze Vader God te ontdekken.
They will help you if you help them.
Ze zullen je helpen als jij hen helpt.
What are you doing? Help them.
Wat doe je? Help ze.
It is you who help them.
Jij komt hen helpen.
Their machines help them to realise their sewing projects.
Hun naaimachine helpt hen hun naaiproject te realiseren.
Results: 2400, Time: 0.036

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch