THE OBJECT in Dutch translation

[ðə 'ɒbdʒikt]
[ðə 'ɒbdʒikt]
het object
the object
the property
the item
the artifact
het voorwerp
the object
the subject
the item
the subjectmatter
the artifact
the subject-matter
the article
the artefact
the property
the subjea
het doel
the purpose
the goal
the aim
the objective
the target
the object
the cause
the end
intended
the intention
het hemellichaam
the object
the celestial body
the body
t object
the object
the property
the item
the artifact
het objecten
the object
the property
the item
the artifact
t voorwerp
the object
the subject
the item
the subjectmatter
the artifact
the subject-matter
the article
the artefact
the property
the subjea

Examples of using The object in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
In what direction along the horizon is the object at a given moment?
In welke richting langs de horizon staat het hemellichaam op een bepaald moment?
Go to the object.""Go away from moving object..
Ga naar 't object, ga bij 't bewegend object vandaan.
As the object of Izzy's comic affection,"Billie Kent is heaven-sent.
Als 't voorwerp van Izzy's komische talent 'is Billy Kent uit de hemel gezonden.
What's the object of terrorism?- Terror?
Wat is het doel van terreur?
Hostile intent. He's digging up the object.
Hij graaft het object op. Vijandige intenties.
These are all the data we have on the object.
Dit zijn de gegevens over 't voorwerp.
This is the object of your quest.
Dit is het doel van je zoektocht.
The object is a symbol for sound or image.
Het voorwerp is symbool voor geluid of beeld.
Rendering the object invisible.
Het object onzichtbaar weergeven.
The object is to obtain matched pairs of cards.
Het doel is het verkrijgen van matched pairs van kaar.
With the object of observation.
Met het voorwerp van observatie.
The object is no longer in sight.
Het object is niet meer in zicht.
What's the object of this? take a shot.
Wat is het doel hier? Waag eens een poging.
You and the object become as one.
Jij en het voorwerp worden dan één.
I can't remove the object.
Ik kan het object niet verwijderen.
Place upon the object held.
Plaats op het voorwerp dat je vasthoudt.
And whoever has the object gets possessed.
Wie het object heeft, wordt bezeten.
The object is to create works of individual artistic expression.
Het doel is om werken te maken van individuele artistieke expressie.
The object is a hammer.
Het object is een hamer.
Figuring that out is the object of the game.
Want dat uitzoeken is het doel van het Spel.
Results: 5592, Time: 0.0737

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch