Examples of using To teach them in English and their translations into Dutch
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
He's going to teach them our way of doing things.
Hij leert ze onze manier van werken.How much would it cost to teach them?
Trying to teach them how to… speak and read?
Om ze te leren hoe je spreekt en leest?Try to teach them how to speak and read?
Om ze te leren hoe je spreekt en leest?To teach them that bath time is sweet.
Om ze te leren dat baden heerlijk is.I want to teach them that my insight is what fits this picture best.
To teach them is to teach yourself.
Het onderwijzen van hen is jezelf lesgeven.You were supposed to teach them to administer the drug themselves.
To teach them about how fragile life is. I use plants.
Ik gebruik planten om hun te leren hoe breekbaar het leven is.I would be willing to teach them, open their minds to great thoughts.
Ik zal ze onderrichten. Hun geest verruimen.I mean to teach them different by the justice I deliver to John André.
Ik zal ze een lesje leren door John André z'n verdiende loon te geven.You got to teach them to fend for themselves as soon as they can walk.
Maybe someone was trying to teach them a leeson.
Misschien probeerde iemand hen een lesje leren.I have tried to teach them not to be afraid.
Ik heb geprobeerd hen te leren niet bang How to play football in that team. You are going to teach them.
Je gaat ze leren voetballen in dát team.You want to teach them to swim.
Jij wilt ze leren zwemmen.She wanted to teach them how to hunt.
Ze wilde hen leren hoe te jagen.My first and foremost tip would be to teach them by example.
Mijn belangrijkste tip is dat je hun onderwijst door zelf een voorbeeld te zijn.The Holy Spirit wanted to teach them like He did Peter.
De Heilige Geest wilde hen onderwijzen zoals Petrus door Hem onderwezen werd.Therefore, He needed to teach them that all their iniquities had already been washed away.
Daarom moest Hij hun leren dat al 
