TORCH in Dutch translation

• fakkel
• toorts
• zaklamp
• torch
• lamp
• brander
• zaklantaarn
• bold
• snijbrander
• fik
• brand steken

Examples of using Torch in English and their translations into Dutch

Someone sabotaged the torch you were using.
Iemand saboteerde de brander die je gebruikte.

Shine a torch through his ears!
Door met een zaklantaarn in zijn oren te schijnen!

I got that torch you told me to get.
Ik heb de zaklamp die je aanbeval.

She holds a torch to help us find our way.
Ze houdt een fakkel vast om ons te helpen onze weg te vinden.

The original Human Torch had Toro.
De originele Human Torch had Toro.

Bring the torch! The torch.
De toorts. Breng de toorts.

BlackBerry Torch 9860 9850> About multiple contact lists.
BlackBerry Bold 9790> Informatie over meerdere contactpersonenlijsten.

Hand me the laser torch, would you?
Geef me de laser snijbrander, wil je?

Is there a torch in the car?
Ligt er 'n zaklantaarn in de auto?

The torch is delivered including 3x AAA batteries.
De lamp wordt geleverd inclusief 3 x AAA batterijen.

A fire chamber with a torch for rozzhiga firm fuel.
Topka met de brander voor rozzhiga firma tanken.

Who dropped the torch at Gibbet's End?
Wie liet de zaklamp vallen bij Gibbet's End?

We have 3 songs for Sidney Torch Piano Sheet Music.
Wij hebben 3 songs voor Sidney Torch Piano Bladmuziek.

A man sitting in car will burn like a torch.
Man zit in zijn auto… en branden als een fakkel.

Grab your torch and pitchforks. You know!
Weet je wel, pak je toorts en hooivork!

BlackBerry Torch 9860 9850> I can't save media files.
BlackBerry Bold 9790> Ik kan geen mediabestanden opslaan.

Bring the torch over and help me with the pulley arm.
Pak de snijbrander en help me met de takel.

Torch for walking around camp in evening.
Zaklantaarn voor 's avonds in het kamp.

Get the torch from the backpack.
Pak de lamp uit de rugzak.

Spike, torch it.
De fik erin, Spike.