TRUST IN GOD in Dutch translation

[trʌst in gɒd]
[trʌst in gɒd]
vertrouwen op god
trust in god
trust in allah
faith in god
confidence in god
rely on god
rely on allah
reliance upon god
vertrouwen op allah
trust in allah
trust in god
geloof in god
faith in god
believe in god
belief in god
trust in god
believe in allah
trust in the lord
faith in allah
believer in god
vertrouw in god
trust in god
god vertrouwt
vertrouw op god
trust in god
trust in allah
faith in god
confidence in god
rely on god
rely on allah
reliance upon god
vertrouwt op god
trust in god
trust in allah
faith in god
confidence in god
rely on god
rely on allah
reliance upon god
vertrouw op allah
trust in allah
trust in god
vertrouwde op god
trust in god
trust in allah
faith in god
confidence in god
rely on god
rely on allah
reliance upon god

Examples of using Trust in god in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
She said, Put your trust in God.
Ze vertrouwde op God.
Trust in God. If these people even suspect who you are.
Vertrouw in God. Als deze mensen ook maar vermoeden wie je bent.
Sincere trust in God will always be rewarded by Him.
Oprecht vertrouwen op God zal altijd door Hem worden beloond.
I trust in God and my soul mate.
Ik vertrouw op God en m'n geliefde.
Put your trust in God; God is sufficient as a Guardian.
En vertrouw op Allah, en Allah is voldoode als Beschermer.
The joy of Jesus was closely related to the trust in God.
De vreugde van Jezus was nauw verbonden met het vertrouwen op God.
And put your trust in God. God is enough as a trustee.
En vertrouw op Allah, en Allah is voldoode als Beschermer.
All of you, trust in God. Sister, Brother.
Jullie allemaal, vertrouw op God. Zus, broer.
I know that if we trust in god.
Ik weet dat als we ons vertrouwen op God stellen.
Sister, Brother, trust in God. all of you.
Jullie allemaal, vertrouw op God. Zus, broer.
So avoid them, and put your trust in God.
Wend je dus van hen af en stel je vertrouwen op God.
I trust in God and my beloved.
Ik vertrouw op God en m'n geliefde.
And put your trust in God.
En stel je vertrouwen op God.
I trust in God.
Ik vertrouw op God.
Nobody knows, but we trust in God.
Niemand weet het, maar we vertrouwen op God.
Courage, men. And trust in God.
En vertrouw op God. Moed, mannen.
I have to let go and put my hope and trust in God.
Ik moet mijn zorgen loslaten en mijn hoop en vertrouwen op God stellen.
do not fear, but trust in God.
vrees niet, maar vertrouw op God.
We will wait patiently and trust in God.
We wachten geduldig af en vertrouwen op God.
Sister, Brother, all of you, trust in God.
Zus, broer… jullie allemaal, vertrouw op God.
Results: 333, Time: 0.0645

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch