WEDDING in Dutch translation

['wediŋ]
['wediŋ]
bruiloft
wedding
marriage
huwelijk
marriage
wedding
matrimony
propose
marry
trouwerij
wedding
marriage
trouw
faithful
loyal
true
allegiance
fidelity
faithfulness
marry
faith
wedding
fealty
trouwfeest
wedding
anniversary party
huwelijksfeest
wedding
anniversary
party
marriage feast
marriage
bruiloften
wedding
marriage
huwelijks
marriage
wedding
matrimony
propose
marry

Examples of using Wedding in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Sir, whose wedding is this?
Meneer, wiens trouwfeest is dit?
Emma Feldman's wedding, in Turks and Caicos.
De trouw van Emma Feldman, op de Turks- en Caicoseilanden.
It was Władysław's wedding.
Het was Wladyslaws trouwerij.
Bloody riots in kreuzberg and wedding.
Bloedige onlusten in Kreuzberg en Wedding.
Stan, I want you to officiate my wedding.
Stan, ik wil dat jij mijn huwelijk voltrekt.
I was gonna use it for the wedding.
Dat zou ik voor de bruiloft gebruiken.
The wedding took place in a hotel in Beijing.
Het huwelijksfeest vond plaats in een hotel in Peking.
Say perhaps a wedding in your world….
Zeg misschien een trouwpartij in jullie wereld….
This is the wedding reception at the Palmer house.
Dit is de trouw receptie bij het Palmer house.
You forget I saw you dance at my wedding.
Je vergeet, ik zag je op m'n trouwfeest dansen.
For my sister's wedding, in London.
Voor mijn zusters trouwerij in Londen.
Bloody riots in kreuzberg and wedding.
Bloedige opstanden in Kreuzberg en Wedding.
For my wedding.
Voor mijn bruiloft.
This is for after the wedding.
Dit is voor na het huwelijk.
Wedding planners Tables
Bruiloften en huwelijken Tafels
Very good! And a wedding bash.
En huwelijks bash.- Zeer goed.
For the wedding, of course.- Dressed?
Voor de trouw, natuurlijk. Aankleden?
For a wedding that honors course is for the newlyweds.
Bij een huwelijksfeest is die eer natuurlijk voor het bruidspaar.
It's her own wedding.
Het is haar eigen trouwpartij.
He was dancing at his wedding with his wife.
Hij danste met zijn vrouw op hun trouwfeest.
Results: 30755, Time: 0.0533

Top dictionary queries

English - Dutch