Examples of using What problem in English and their translations into Dutch
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
And what problem is that?
What problem was Noah Valiquette working on for you?
Aan wat voor probleem werkte Noah What problem do you have with the door?
Wat voor probleem hebt u met de deur?What problem, dear Dominic?
Wat voor probleem, beste Dominic?What problem did they report?
What problem has brought you here?
Wat voor probleem heeft u?What problem?
Wat voor problemen?What problem exactly?
Wat voor probleem?There was a murder there. What problem?!
Wat voor probleem? Er is een moord gepleegd!Uh… What problem?
Maar… wat voor probleem?And what problem has you jumping off of a clock tower?
En vanwege welk probleem spring jij van een klokkentoren?What problem? They banned cell phones at school.
Wat voor probleem? Ze hebben telefoons verboden op school.They banned cell phones at school. What problem?
Wat voor probleem? Ze hebben telefoons verboden op school?What problem? Got it.
Wat voor probleem? Ik heb hem.What problem is that?
Wat voor probleem dan? Toch?Right? What problem is that?
Toch? Wat voor probleem dan?What problem?- Does it matter what problem? .
Maakt het uit welk probleem? Oh, yeah? What problem?
O ja? Wat voor probleem?What problem was noah valiquette working on for you? interesting.
Aan welk probleem werkte Noah Valiquette voor jou? Interessant.What problem was noah valiquette working on for you? interesting?
Interessant. Aan wat voor probleem werkte Noah 
