ABBEZAHLEN - vertaling in Nederlands

afbetalen
bezahlen
zurückzahlen
begleichen
abzahlen
tilgen
zu zahlen
abzahlung
aflossen
ablösen
zurückzahlen
bezahlen
begleichen
terugbetalen
zurückzahlen
erstatten
zurückerstatten
bezahlen
zurückgeben
vergelten
begleichen
revanchieren
geld
zurückbezahlen
af te betalen
zu begleichen
zu bezahlen
abzuzahlen
zu zahlen
abzubezahlen
auszahlen
zu tilgen
zurückzuzahlen

Voorbeelden van het gebruik van Abbezahlen in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ich muss aber Fisch fangen und ein Boot abbezahlen.
Ik heb vis te vangen, en een boot te betalen.
Strutt abbezahlen.
Strutt betalen.
würd ich lieber wöchentlich abbezahlen.
zou ik kiezen voor de wekelijkse betaling.
Das heißt"Schulden abbezahlen.
Dat is een schuld betalen.
Ich kann es in 5 Monaten abbezahlen.
Ik kan het in vijf maanden betalen.
Wie wir Vaters Schulden abbezahlen.
Ik heb bedacht hoe we papa's schuld kunnen afbetalen.
Du konntest den Kredit nicht abbezahlen.
Een lening ondertekend en toen kon je hem niet betalen.
kann ich ihn schneller abbezahlen.
dan kan ik vlugger betalen.
Irgendjemand muss ja deinen BMW abbezahlen.
Nou, iemand moet de rekeningen van je BMW betalen.
Und dann? Wie wollt ihr die restlichen Schulden abbezahlen?
Hoe betalen we de rest van de schuld af?
Ich weiß, wie wir Vaters Schulden abbezahlen.
Ik heb bedacht hoe we papa's schuld kunnen afbetalen.
also müssen wir den Kredit abbezahlen.
dus moeten we de lening gaan afbetalen.
Sie können lhr Auto nicht abbezahlen?
Als je de auto niet kunt betalen,?
Ich kann es abbezahlen.
Ik kan 't betalen.
Ich weiß, wie wir Vaters Schulden abbezahlen.
Ik heb een manier bedacht hoe we vaders schuld kunnen afbetalen.
Er wird die Schuld bei der Familie abbezahlen.
Hij zal zijn tol betalen aan onze familie.
Während er bei seiner neuen Freundin wohnt. Ich darf jetzt seine Schulden mit abbezahlen.
Mag ik hem helpen om zijn schuld af te betalen terwijl hij met z'n nieuwe meisje in Key West woont.
legen Sie eine Bescheinigung darüber bei, dass Sie diese Schulden abbezahlen.
stuurt u een bewijs dat u deze schuld afbetaalt.
So können Sie zur Ausschankbehörde fahren und und die Schanklizenz von $5.000 für den Grey Gull abbezahlen.
Dan kun je de 5000 dollar betalen van de drankvergunning van de Grey Gull.
Du kannst deine Hypothek nicht ohne eine Arbeit abbezahlen. Adam,
En je kan de hypotheek niet betalen zonder een baan te zoeken.
Uitslagen: 69, Tijd: 0.3128

Abbezahlen in verschillende talen

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands