Voorbeelden van het gebruik van Abschreiben in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ich würde den früheren Besitzer noch nicht abschreiben.
Man muss ihn in 30 Minuten abschreiben.
Aber man darf Rafael Nadal niemals abschreiben.
Maar Rafael Nadal moet je nooit afschrijven.Moment, ich muss den Brief abschreiben.
Wacht. Ik moet de brief overschrijven.Ich konnte ihn nicht abschreiben.
Ik kon hem niet afschrijven.An8}Soll ich ihn abschreiben?
An8}Moet ik hem overschrijven?Er wollte sie nur nicht abschreiben.
Ik zou haar nog niet afschrijven.Ich musste die Geschichts-Hausaufgaben von Kristy Peters abschreiben.
Ik moest mijn geschiedenis huiswerk van Kristy Peters overschrijven.Das dürfen Sie nicht abschreiben.
Je mag dat niet overschrijven.Die Tochter kann man sicher abschreiben.
Dat meisje kun je wel afschrijven.Niemand darf abschreiben.
Niemand mag overschrijven.Wolltest du nicht deinen Vater abschreiben, weil er vor 30 Jahren Schmiergelder annahm?
Omdat hij 30 jaar geleden steekpenningen aannam? Wilde jij je vader niet afschrijven.Kann ich deine Notizen abschreiben?
Mag ik je aantekeningen overschrijven?Den kann man abschreiben.
Die kunnen we afschrijven.Was gestern angeht… kann ich deine Hausaufgaben abschreiben! Ähm, Ja?
Over gisteren… Ja. Eh… Mag ik je huiswerk overschrijven?Du kannst Alkohol nicht abschreiben.
Drank kan je niet afschrijven.Ihr könnt meine Englisch- Hausaufgaben abschreiben.
Ik laat jullie mijn Engels huiswerk overschrijven.Hey. Die Hausaufgaben muss ich noch mal abschreiben.
Ik moet je algebra weer overschrijven.Bevor Sie mich komplett abschreiben, kann ich Ihnen eine letzte Sache zeigen?
Voordat je me volledig afschrijft, mag ik je nog één ding laten zien?Verändern Sie kein Wort! Wenn Sie das abschreiben.
