Voorbeelden van het gebruik van Ami in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Der ist schlimmer als der Ami.
mon ami.
Jacob. Ist dir denn was Gutes eingefallen, Mon ami? Jacob?
Das ist der Ami von gestern.
Het is de amerikaan van gisteren.mon ami.
mon ami.Du musst ihn bis zum Anschlag reinschieben, mon ami.
Je moet hem helemaal naar binnen duwen, mijn vriend.Warte auf mich, mon ami.
Wacht op me, mon ami.Hat er wirklich einen Ami umgelegt?
Heeft hij echt een Amerikaan gemold?Du musst ihn bis zum Anschlag reinschieben, mon ami.
Je moest 'm er helemaal induwen, vriend.Noch creepier. Meiner war Ami.
Nog enger. De mijne van Ami.Gar kein übler Typ für'n Ami!
Hij is geen slechte kerel voor een Amerikaan.Bitte! Ich! Monsieur Blythe,… Mon ami.
Kies mij, alstjeblieft. Monsieur Blythe, mijn vriend.Gar kein übler Typ für'n Ami!
Hij is niet zo kwaad voor een Amerikaan.Ihr zwei, ich will dich auf Ami Hodgkins konzentrieren.
Ik wil dat jullie twee focussen op Ami Hodgkins.Wenn er erfährt, dass wir einen Ami hinzuziehen, einen Spion.
Als hij merkt, dat we een vriend consulteren, een spion.Bring uns den Ami.
Breng ons de Amerikaan.Die das Chez Ami besitzt?
Die de Chez Ami bezit?Ich muss keinen Ami heiraten.
Ik hoef niet met een Amerikaan te trouwen.mon ami.
mon ami.Ja, Ami. -"Sie erschießen"?
Ze neerschieten"?- Ja, Amerikaan.
