BESTOCHEN - vertaling in Nederlands

betaald
bezahlen
leisten
zahlung
entrichten
geld
finanzieren
aufkommen
begleichen
afgekocht
kocht
kaufen
erwerben
besorgen
schenken
den kauf
smeergeld
schmiergeld
bestechung
bestechungsgelder
schmutziges geld
bestochen werden
bakschisch
provisionen

Voorbeelden van het gebruik van Bestochen in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ich habe Richter Toosi bestochen.
Ik heb rechter Toosi omgekocht.
Axe hat ihn bestochen.
Axe heeft hem betaald.
Clay muss ihn bestochen oder bedroht haben.
Clay moet hem hebben omgekocht of bedreigd.
Sie hat mich massiv bestochen.
Ze heeft me hier fors voor betaald.
Er weiß, dass der Bürgermeister bestochen wurde.
Hij weet dat de burgemeester omgekocht is.
Prince Colin Drache bestochen hat.
Prince Drache heeft betaald.
Er hat ihn bestochen.
Hij heeft hem omgekocht.
Wir glauben, dass sie bestochen wird.
We denken dat ze wordt omgekocht.
Vielleicht hat Hopper ihn bestochen.
Misschien heeft Hopper hem omgekocht.
Nein, ich habe sie bestochen.
Nee, ik heb ze omgekocht.
Du hast ihn und seine Leute bestochen.
Jij hebt hem en zijn mannen omgekocht.
das Juárezkartell haben Regierungsbeamte bestochen.
het Juárez-kartel hebben ambtenaren omgekocht.
Er glaubt, Patty hat Purcell bestochen.
Volgens hem heeft Patty Purcell omgekocht.
Sie müssen sie bestochen haben, es zu tun, oder sie verängstigt haben.
Ze zouden haar omgekocht hebben, of bedreigd.
Er könnte jemanden bestochen haben. -Nein.
Hij kan iemand omgekocht hebben.- Nee.
Sie wollen bestochen werden.
Ze zullen smeergeld willen.
Nein, aber er hat die Familie bestochen, damit sie sagen, sie sei tot.
Nee, maar hij heeft de familie omgekocht, om te zeggen dat ze dood was.
Du hast sie bestochen, zu öffnen.
Je hebt ze omgekocht om open te gaan.
Bedroht, bestochen?
Bedreigd? Omgekocht?
Du hast ihn bestochen. Du hast diese Niederlage verdient.
Je bent corrupt, je verdiende het om te verliezen.
Uitslagen: 327, Tijd: 0.0338

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands