DACH - vertaling in Nederlands

dak
dach
dachterrasse
verdeck
paraplu
regenschirm
schirm
dach
sonnenschirm
schirmchen
dakbedekking
dachmaterial
dach
bedachung
dacheindeckung
bedachungsmaterial
überdachung
dachbaustoffen
dachhaut
dachbedeckung
dachdeckung
dakterras
dachterrasse
dach
dachgarten
dachterasse
gemeinschaftsdachterasse

Voorbeelden van het gebruik van Dach in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Das Dach stürzt ein. Ich muss hin.
Het dak stort bijna in. Ik moet naar binnen.
Jerome, behalt das Dach im Auge.
Jerome, hou de daken in de gaten.
Willst du mir das Dach zeigen?
Laat je me dat dakterras zien?
Schneid das Dach nicht ab.
Niet het dak eraf halen.
Da sind massive Photovoltaikanlagen auf dem Dach, sowie Windturbinen.
Er liggen rijen zonnepanelen op de daken en ook windturbines.
Silvester auf einem Dach.
Oudejaarsavond op een dakterras.
Die Solarmodule werden außen auf dem Dach montiert;
De zonnepanelen worden buiten op daken geïnstalleerd;
Gestern Nacht sind wir zusammen geflogen, vom Dach des Labors.
Vannacht ben ik van het dak van het lab gevlogen.
Ich wusste vorher auch nicht, dass Wired ein Dach hat.
Ik wist niet dat Wired 'n dakterras had voor ik hier werkte.
Mein Vater und ich haben dieses Dach gebaut.
M'n vader en ik hebben dit dak gebouwd.
behalt das Dach im Auge.
hou de daken in de gaten.
Er wartet auf dem Dach.
Hij wacht op het dakterras.
Ich sehe vom Dach aus nichts mehr.
Ik kan niet verder over de daken.
Jules, Sie suchen eine Schussposition auf dem Dach.
Jules, zoek een scorpio-positie op het dak op.
Sie haben sich dafür entschieden, dir das Dach nicht mehr zu vermieten.
Ze willen je het dakterras niet meer verhuren.
Ich kämpfte gegen einen Kerl auf dem Dach.
En ik met kerels op daken.
Der Plan war, vom Dach aus zu schießen.
Het plan was vanaf het dak te schieten.
Das waren die letzten Teller vom Dach.
De laatste borden van het dakterras.
Die Augen aufs Dach und offenhalten!
Ogen op de daken gericht!
Er ist auf dem Dach, Sam.
Hij is op het dak, Sam.
Uitslagen: 7526, Tijd: 0.158

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands