Voorbeelden van het gebruik van Englisch in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Englisch als Zweitsprache in Puerto Rico unterrichten.
Tut mir leid, ich spreche kein Englisch.
Wir haben eine Weile Englisch in Japan unterrichtet.
We hebben een tijdje Engelse les gegeven in Japan.Verdammt, sprich englisch mit mir.- Hören Sie.
Verdomme. Luister. Spreek eens Engels.Alles so grün. Wir haben Englisch unterrichtet.
We gaven Engelse les. Heel groen.Nein. Kein… Kein Englisch heute.
Nee. Geen Engels vandaag.Doch ich spreche Ihr Englisch.
Ik spreek wel uw Engelse taal.Meine Mutter unterrichtet Englisch in Rumänien.
M'n moeder geeft Engels in Roemenië.Was er über Englisch unterrichten weiß?
Wat weet hij van Engelse les?Sie hasste Englisch.
Ik haatte haar, zij Engels.Ich bin von Greenways Chemie-Klasse bis zu Broshnahans Englisch gerutscht.
Van Greenway's scheikundelokaal naar Broshnahans Engelse les.Und Englisch.
En Engels.Ja.-… Kanadier. Und du bist… Englisch.
En jij bent een…? Ja, de Engelse.Wir haben einen Zabana, der Englisch spricht.
Uw zabana is altijd bij u en hij spreekt Engels.Wir haben Englisch unterrichtet.
We gaven Engelse les.Sie hat im letzten Schuljahr eine Stunde Englisch pro Woche.
Ze zit in haar laatste jaar en heeft elke week Engels.Er lernt Englisch.
Hij heeft Engelse les.Cheapoair Betreiber sprechen in Englisch, Spanisch, Französisch,
Cheapoair exploitanten spreken in het engels, Spaans, Frans,Weil du mir Englisch beibringst.
Je geeft me Engelse les.Auf Englisch, bitte!
In het engels, alsjeblieft,!
