FREISPRECHEN - vertaling in Nederlands

vrijspreken
freisprechen
entlasten
frei
lossprechen
speaker
lautsprecher
laut
freisprechen
sprecher
freisprechanlage
handsfree
freisprechen
freisprecheinrichtung
freihändigen
hände frei
per freisprechfunktion
freisprechanlage
vrij
frei
ziemlich
recht
relativ
draußen
eher
verhältnismäßig
kostenlos
entlassen
freiheit
vrijspraak
freispruch
freigesprochen
entlastung
freisprechung

Voorbeelden van het gebruik van Freisprechen in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Aber ich bin sicher, das Überwachungsvideo wird mich freisprechen.
De veiligheidscamera van de winkel zal me ongetwijfeld vrijspreken.
Stell bitte auf Freisprechen.
Zet hem op de speaker.
Ich kann dich nicht freisprechen.
Ik kan je niet vrijspreken.
Schalten Sie auf Freisprechen.
Zet haar op speaker.
Ob sie schuldig waren oder nicht? Aber wie viele andere hätte ich freisprechen können,?
Maar hoeveel anderen had ik kunnen vrijspreken, schuldig of niet?
Schalten Sie auf Freisprechen.
Zet me op speaker.
Die Geschichte wird mich freisprechen.
De geschiedenis zal me vrijspreken.
müssen Sie mich freisprechen.
moeten jullie me vrijspreken.
Niemand kann mich freisprechen.
Niemand kan me vrijspreken.
Das Überwachungsvideo wird mich freisprechen.
De camerabeelden van de winkel zullen me vrijspreken.
Diese Probe wird Krabat freisprechen.
Deze proef zal Krabat vrijspreken.
Die würde ich auch freisprechen.
Ik zou haar altijd vrijspreken.
So können wir sie in der Verteidigung persönlich ansprechen, damit sie Ryan freisprechen.
Dan kunnen we de verdediging persoonlijker maken zodat ze Ryan vrijspreken.
Aber man wird mich freisprechen.
Maar ik zal worden vrijgesproken.
Wir können uns nicht selbst freisprechen, indem wir sagen:"Ich habe meine Befehle.
We kunnen onszelf niet vrijspreken door simpelweg te zeggen:'Ik heb bevelen.
Wenn Sie mich freisprechen, kandidiere ich als Sheriff.
Als u me vrijspreekt, stel ik me verkiesbaar.
Werden die mich freisprechen?
Zullen ze mij laten gaan?
Ich will mich jedoch nicht von diesen Angriffen freisprechen.
Ik wijs de schuld van die bombardementen niet af.
Allerdings kann man auch das EPA in dieser Angelegenheit nicht von jeder Schuld freisprechen.
Maar het EOB kan in dezen niet van alle blaam gezuiverd worden.
Stellen Sie auf Freisprechen.
Zet hem op de luidspreker.
Uitslagen: 106, Tijd: 0.1142

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands