Voorbeelden van het gebruik van Funkgeräte in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Unsere Gäste haben keine Funkgeräte.
Leider sind unsere Funkgeräte bei einem Luftangriff zerstört worden.
Die haben nicht mal Funkgeräte.
Wir wissen nicht, ob die Funkgeräte dort funktionieren.
We weten niet of de zender wel werkt.Und tragt eure Funkgeräte, denn heute Abend wird hier die Hölle los sein.
En zorg dat je radio aanstaat… want er zullen hier vanavond beaucoup mannen zijn.Ohne Funkgeräte können wir nicht kommunizieren.
We kunnen niet met ze communiceren zonder radio's.Telefone und Funkgeräte gehen nicht.
De telefoons en de radio doen het niet meer.Ich habe Funkgeräte gefunden.
Ik heb achterdoor radio's gevonden.Wir kommen so schnell wie möglich. Lasst eure Funkgeräte an.
Laat jullie radio aanstaan, we komen zo snel mogelijk.Norden, Westen, wir nach Osten. Funkgeräte an und aufteilen.
West. Opsplitsen. Noord. Radio's aan.Handys, Funkgeräte, Internet, nichts funktioniert mehr.
Mobieltjes, radio, internet, niks doet het nog.Außerdem baue ich Funkgeräte in seine Autos ein.
Ik bouw ook radio's voor hem in.Wir hatten keine Funkgeräte, keine Bewaffnung, und den Willen, unseren Beitrag zu leisten. nur Leidenschaft fürs Fliegen.
We hadden geen radio, geen wapens, alleen een passie voor vliegen.Die haben eins unserer Funkgeräte.
Ze hebben een van onze radio's.Funkgeräte funktionieren hier nicht.
De radio doet 't hier niet.Norden, Westen, wir nach Osten. Funkgeräte an und aufteilen.
Opsplitsen. Noord. Radio's aan. West.Funkgeräte auf Frequenz neun.
Zet de radio frequentie op negen.Lassen Sie alle Funkgeräte auf 432,5 MHz einstellen.
Laat iedereen hun radio's op 432.Benutzt eure Funkgeräte und eure Köpfe.
Gebruik jullie radio, gebruik jullie hoofd.Norden, Westen, wir nach Osten. Funkgeräte an und aufteilen.
West. Noord. Radio's aan. Opsplitsen.
