GIPS - vertaling in Nederlands

• gips
• pleister
• alabaster
• gipsverband
• pleisterwerk
• een mitella
• gypsum

Voorbeelden van het gebruik van Gips in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Keine Ahnung, wo der Gips aufhört und der Arm anfängt.
We weten niet waar het gips ophoudt en de arm begint.

Der Gips muss sowieso hart werden.
Het gips moet toch hard worden.

Mein Gips darf nicht nass werden.
Mijn gips mag niet nat worden.

Der Gips ist gefroren
Dat het het gips is dat bevriest,

Kein Gips, keine Operation.
Geen gips of operatie.

Ich hatte noch den Gips von meinem Unfall.
Ik had het gips van mijn ongeluk nog.

Wieso nicht? Der Gips ist weg, meine Herren?
Het gips is eraf, heren.-Waarom niet?

Der Gips ist weg,
Het gips is eraf,

Ich hatte einen Gips von hier bis hier.
Ik had gips van hier tot hier.

Aber Gips ist feuerfest.
Maar gips is vuurwerend.

Wir lassen die Orthopädie einfach einen Gips darauf machen.
We laten Ortho er gewoon gips om doen.

Hier ist ein Gips.
Hier is gips.

Hat sie dich um den Gips gebeten?
Heeft ze om gips gevraagd?

Er war wie Gips um meinen Arm.
Hij was als het gips om m'n arm.

Was? Ich habe einen Gips.
Wat? Ik heb gips.

Dr. Cox, der Gips kommt morgen runter.
Dr. Cox, het gips gaat er morgen af.

Sie kriegt einen Gips.
Ze krijgt gips.

Beine in Gips, Arme in Gips.
Benen in het gips, armen in het gips.

Er hatte seinen Arm angewinkelt, wie in Gips.
Hij had z'n arm in een mitella.

Der Typ mit dem Arm in Gips…?
De kerel die hier was, met z'n arm in een mitella?