LEDIG - vertaling in Nederlands

• vrijgezel
• ongehuwd
• alleenstaand
• ongetrouwd
• getrouwd
• single
• alleen

Voorbeelden van het gebruik van Ledig in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Ich werde nie wieder ledig sein.
Ik word nooit meer single.

Woher wissen Sie, ob ich ledig bin?
Ik kan wel getrouwd zijn?

Sie kämpften mit den Männern in der Schlacht zusammen und waren ledig.
Ze vochten net als mannen mee in de strijd en waren ongehuwd.

Bleiben Sie ledig.
Blijf vrijgezel.

Du siehst ja… Ich bin immer noch ledig.
Zoals je ziet, ben ik nog steeds alleen.

Ledig Verheiratet ■ Verheiratet mil 2 Kindern.
Alleenstaand -Gehuwd- Gehuwd met 2 kinderen.

Wohl immer noch ledig?
Nog steeds ongetrouwd zeker?

Ich bin nur froh, wieder ledig zu sein.
Ik ben blij dat ik weer single ben.

Das nicht. Sie ist ledig.
Ze is niet getrouwd.

Kein heller Streifen, ledig.
Geen bruine vlek, ongehuwd.

Lch bin auch ledig.
Ik ben ook vrijgezel.

Sind Sie ledig?
Ben je alleen?

D Ledig D Ledig mit Kindern D Verheiratet ■ Verheiratet mit Kindern n j f rï.
D Alleenstaand D Alleenstaand met kinderen D Gehuwd ■ Gehuwd met kinderen.

Ledig. Pragmatisch, was den Tod angeht.
Ongetrouwd, gaat praktisch om met de dood.

Ich bin auch ledig.
Ik ben trouwens single.

Das Kind muß ledig sein;
Het kind moet ongehuwd zijn.

Und ledig.
En vrijgezel.

Meine Großnichte ist ledig.
Mijn oudtante is niet getrouwd.

Ich hoffe, du bleibst nicht ledig.
Ik hoop dat je niet alleen blijft.

Er ist ledig, er ist 47, und verdient einen Hungerlohn in einem undankbaren Job.
Hij is alleenstaand, 47 en verdient een peulenschil in een ondankbare job.