NAHRUNG - vertaling in Nederlands

• voedsel
• eten
• voeding
• etenswaar
• voeden
• gevoed
• gegeten

Voorbeelden van het gebruik van Nahrung in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Jemand muss für Nahrung sorgen.
Iemand moet voor het eten zorgen.

Aber Fantasie-Eis ist keine Nahrung für unsere Tochter.
Denkbeeldige ijsjes gaan onze dochter niet voeden.

Mal sehen, ob ihre Nahrung ihr Denken beeinflusst hat.
Eens kijken of wat ze gegeten heeft invloed heeft gehad op wat ze dacht.

Seit vielen Jahren bekommt sie Nahrung und Kleidung von meiner Familie.
Sinds vele jaren wordt ze door mijn familie gevoed en gekleed.

Er sagte, Musik sei Nahrung für die Seele.
Hij zei dat muziek voedsel voor de ziel was.

Ich bin immer noch dabei, meine Nahrung einzuholen.
Ik ben mijn voeding nog aan het inhalen.

Dass sie nicht genug Nahrung finden.
Ze vinden niet genoeg eten.

Er hatte etwas sonderbare Nahrung.
Hij had iets vreemds gegeten.

Seit vielen Jahren bekommt sie Nahrung und Kleidung von meiner Familie.
Jarenlang hebben we haar gevoed en gekleed.

Energie ist so fundamental wie Nahrung, Wasser, Luft.
Energie is net zo fundamenteel als voedsel, als water, als lucht.

Die erste feste Nahrung, Kumpel. Er isst es.
Eerste vaste voeding, vriend. Hij eet het.

Sie sind nur Nahrung.
Ze zijn slechts eten.

Ein Drittel unserer Nahrung stammt von"bienenbestäubten Pflanzen".
Veel van ons voedsel komt van bijenplanten.

Menschen, Nahrung, Munition, Länder.
Mensen, voeding, kogels, landen.

Er sagt, alles beginnt mit der Nahrung.
Hij zegt dat het allemaal begint met eten.

Er sagte, Musik sei Nahrung für die Seele.
Hij zei dat de muziek was het eten van de ziel.

All das, all das hier ist Nahrung, Gaius.
Dit is allemaal voedsel, Gaius.

Blut, ihre Nahrung.
Bloed hun voeding.

Essen. Ich bin Jake. Nahrung.
Eet! Ik ben Jake. Eten.

Ich bin keine Nahrung.
Ik ben geen voedsel.