SOFIA - vertaling in Nederlands

• sofia
• sophia
• sofía

Voorbeelden van het gebruik van Sofia in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Sofia, komm zu uns.
Sophia, kom bij ons zitten.

Sofia hat uns viel erzählt.
Sofia heeft over je verteld.

ihren Namen nicht öffentlich zu nennen. Sofia.
ik noemde haar naam. Sofía.

Sofia rollte gestern vom Sofa.
Sophia is gisteren van de bank gerold.

Meine Mutter Sofia.
Dit is mijn moeder, Sofía.

Nein!- Wir müssen gehen, Sofia.
Nee.- We moeten gaan, Sofia.

Der Name stammt aus dem russischen Соня, eine russische Form von Sofia.
Het is de Russische vorm van Sophia.

Wie geht es ihr und Sofia?
Hoe gaat het met haar, en Sofía?

Wir haben eine Freundin für dich. Sofia.
We hebben een vriendinnetje voor je. Sofia.

Schreiben Sie:"Für Sofia und Pavlos.
Schrijf maar voor Sophia en Pavlos.

Und sie versucht, Sofia mitzunehmen.
En ze wil Sofia meenemen.

Ich redete mit Sofia, nicht mit denen.
Ik sprak niet met hen, maar met Sofia.

Nein!- Wir müssen gehen, Sofia.
We moeten vertrekken, Sophia. Nee!

Was ist denn so Besonderes an Sofia?
Wat is er zo bijzonder aan Sophia?

Ich versichere Ihnen, sie heißt Sofia.
Ik verzeker u dat ze Sofia heet.

Und, hier sind Maria, Sofia, Gina und Evangelina.
En dit zijn Maria, Sophia, Gina en Evangelina.

Und für Sofia.
En voor Sofia.

Sofia ist zurück? Sofia kommt.
Sophia is terug? Sophia komt.

Eltern, Howie und Sofia, geschieden.
Ouders, Howie en Sofia, gescheiden.

Die Eltern Howie und Sofia ließen sich scheiden.
Ouders, Howie en Sofia, gescheiden.