SPIELCHEN - vertaling in Nederlands

spel
spiel
riskieren
game
schreibt
buchstabiert
geintjes
witz
scherz
spaß
nur spaß
streich
war nur ein scherz
war nur ein witz
spelen
spielen
das spiel
gerollebol
spielchen
denkspelletjes
speelkwartier
spielzeit
spielstunde
spiel
pause
spielchen

Voorbeelden van het gebruik van Spielchen in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Also schön, die Spielchen sind vorüber.
Goed, het speelkwartier is voorbij.
Keine Spielchen.
Ik maak geen geintjes.
Ich mag diese Spielchen nicht. Diggle.
Diggle. Ik hou niet van deze spelletjes.
Sie hat einfach nur Spielchen gespielt.
Denk dat ze gewoon een spel speelde.
Keine Spielchen. Das würde mir nie einfallen.
Ik zou niet durven. En geen geintjes.
Ms. Levy, wir haben keine Zeit für Spielchen.
Mevrouw Levy, we hebben geen tijd voor spelletjes.
Noch eine? Willst du Spielchen?
Wil je er nog een? Wil je spelen?
Schluss mit den Spielchen!
Stop met die geintjes.
Ich will keine Spielchen spielen.
Ik wil geen spel spelen.
Wir haben alle unsere Spielchen.
We hebben allemaal onze spelletjes.
Willst du Spielchen, hm? Noch eine?
Wil je er nog een? Wil je spelen?
Und keine Spielchen.
Geen geintjes.
Die Spielchen spiele ich nicht. -Nein.
Nee, ik speel die spelletjes niet.
Ich kenne Ihre Spielchen.
Ik ken je spel.
Er liebt Spielchen.
Hij houdt van spelen.
Aber ich will keine Spielchen.
Maar ik wil geen spelletjes.
Er spielt ein Spielchen.
Hij speelt een spel.
Ich habe genug von den Spielchen.
Ik heb genoeg van die geintjes.
Jack, spiel keine Spielchen mit mir.
Jack, speel geen spelletjes met me.
Vielleicht war das sein psychologisches Spielchen.
Misschien was dat z'n psychologische spel.
Uitslagen: 1000, Tijd: 0.0399

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands