TRINK - vertaling in Nederlands

drink
trinken
drink
saufen
alkohol
anstoßen
getränk
alkoholkonsum
neem
nehmen
treffen
ergreifen
übernehmen
machen
gehen
bringen
haben
holen
werden
drink op
trink
-trink
auf ex
drankje
getränk
alkohol
schnaps
alk
trinken
trank
fusel
lösung
saufen
sprit
drinken
trinken
drink
saufen
alkohol
anstoßen
getränk
alkoholkonsum
drinkt
trinken
drink
saufen
alkohol
anstoßen
getränk
alkoholkonsum
nemen
nehmen
treffen
ergreifen
übernehmen
machen
gehen
bringen
haben
holen
werden

Voorbeelden van het gebruik van Trink in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Trink noch ein Bier.
Neem nog een biertje.
Die Zeiger haben sich nicht bewegt, seit sie gesagt haben"Trink, Liebling?
Het staat al stil sinds je zo charmant zei: Een drankje, mijn liefste?
Trink eine Woche Algen und dies, dann verschwinden sie.
En drinkt een week lang algen en zo.
Trinken? Trink viel.
Drinken? Veel drinken.
Ich trink Tee mit Zitrone.
Ik drink thee met citroen.
Tasty Juice Trink ihn und mach dann Urin draus.
Drink het op en maak er plas van.
Es Dir anbieten. Trink, wenn die Helden vom Taipale Fluss.
Neem het, als de helden van de Taipale Rivier het je aanbieden.
Wenn ich wirklich sterbe, wird das auf keinen Fall mein letzter Trink sein.
Als ik echt de pijp uit ga is dat beslist niet mijn laatste drankje.
Geh ins Garrison, trink Whiskey, amüsier dich.
Je gaat naar The Garrison, drinkt wat whisky, maakt wat lol.
Komm aufs Dach hoch und trink ein Bier mit mir.
Kom op het dak een biertje drinken.
Trink mit mir, mein Freund Rosny.- Rosny, Majestät.
Drink wat met me, mijn vriend Rosny.- Rosny, majesteit.
Überraschung! Trink den, während du dich hübsch machst.
Drink dit op terwijl je je omkleedt. Verrassing.
Ich trink einen halben Schluck.
Ik neem een half slokje.
T Such dir ne Decke, Trink viel Wasser.
En je drinkt een hoop water.
Trink noch mehr.
Nog meer drinken.
Komm schon, trink, komm schon!
Vooruit, drink op. Vooruit!
Trink das, bitte.
Drink dit op.
Komm und trink ein Glas Wein.
Kom binnen en neem een glas wijn.
Aber sie trink doch nicht.- Es ist eine Zirrhose.
Maar ze drinkt niet, hoor.- Cirrose.
Trink, Bill. Ich kann nicht, meine Stimme ist.
Ik kan het niet, mijn stem is… Drinken, Bill.
Uitslagen: 2571, Tijd: 0.1964

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands