WAREN ES - vertaling in Nederlands

waren het
sind
stimmen
haben
werden
gibt es
deden het
machen es
tun es
funktionieren
treiben es
geht es
schaffen das
spielen
ziehen das
haben
legen
wel
schon
aber
doch
nun
zwar
wohl
auch
überhaupt
gut
sicher
er waren er
es gibt
es sind
da sind noch
es wurden
es fehlen
lag het
liegen
sind
zaten er
sind da
befinden sich
stecken da
hat es
da liegt
hängen da
sitzen da
-sind da
was het
sind
stimmen
haben
werden
gibt es
zijn het
sind
stimmen
haben
werden
gibt es
is het
sind
stimmen
haben
werden
gibt es

Voorbeelden van het gebruik van Waren es in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Zu Beginn waren es fünf Steine.
Er waren er vijf.
Aber wir waren es nicht. Nein.
Nee, maar wij waren het niet.
Dyonte und Gael waren es.
Dyonte en Gael deden het.
Nein? -Nein, aber ich glaube, Sie waren es.
Nee?- Nee, maar jij wel.
Manche waren es mehr wert als andere.
Sommige zijn het meer waard dan andere.
Sie waren es jedenfalls nicht.
U was het in elk geval niet.
Oder vielleicht waren es ja auch… Ratten!
Misschien lag het aan de ratten!
Boyle und ich waren es nicht.
Boyle en ik waren het niet.
Aufgrund der uns bekannten Infos waren es zehn Gefangene.
Gebaseerd op alles wat we weten, zaten er 10 gevangenen op dat transport.
Um genau zu sein, waren es, also, 78,3 Prozent der Stimmen.
Om precies te zijn is het iets van 78,6 procent van de stemmen.
Sie waren es.
Zij zijn het.
Neulich waren es zwei Monate.
Gisteren was het twee maanden.
Ich und Danielle waren es nicht.
Danielle en ik waren het niet.
Ich erwarte nicht, dass Sie mir glauben, aber wir waren es nicht.
Ik verwacht niet dat u me gelooft, Maar wij zaten er niet achter.
Waren es nicht eher zwei Jahre?
Is het niet eerder twee jaar?
Wir waren es ihm schuldig.
We zijn het hem verschuldigd.
Gestern waren es Bäume.
Gisteren was het een boom.
Oder waren es Monate? Wie viele Wochen?
Hoeveel weken? Of waren het maanden?
Letztlich waren es doch immer nur Sie und ich.
Op het eind is het altijd alleen maar jij en ik.
Sie waren es nicht.
Zij zijn het niet.
Uitslagen: 1742, Tijd: 0.0978

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands