ZIELOBJEKT - vertaling in Nederlands

• doelwit
• doel
• dader
• doelobject

Voorbeelden van het gebruik van Zielobjekt in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Das ist das, was das Zielobjekt gehofft hat!
Dat is waar de dader op hoopte!

Rafa, ich habe das Zielobjekt.
Rafa, ik heb het doelwit.

Primäres Zielobjekt identifiziert.
Het primaire doel is geïndentificeerd.

Simon, ich glaube, unser Zielobjekt wird wieder zuschlagen.
Simon, ik geloof dat onze dader weer gaat toeslaan.

Er ist das Zielobjekt.
Hij is het doelwit.

Das Zielobjekt ist in Sichtweite.
Het doel is in zicht.

Wir haben das Zielobjekt.
We hebben het doelwit.

Zielobjekt identifiziert!
Doel geïdentificeerd!

Richard, Zielobjekt ist hier.
Richard, het doelwit is hier.

Suche nach zielobjekt khan, sulaiman.
Zoeken naar doel khan, sulaiman.

Weißt du, wer das Zielobjekt war?
Weet U wie het doelwit was?

Wiederhole, Zielobjekt in Sicht.
Ik herhaal: doel in zicht.

Sie waren das Zielobjekt.
Ze zijn het doelwit.

Das ist unser Zielobjekt.
Dat is ons doel.

Er ist unser Zielobjekt.
Hij is ons doelwit.

Wir haben das Zielobjekt verloren.
We zijn het doel kwijt.

Der Kerl auf dem Tisch war das Zielobjekt.
De man op de tafel was het doelwit.

Ich habe ein Zielobjekt gefunden.
Ik heb een doelwit gevonden.

Negativer Kontakt mit Zielobjekt.
Negatief contact met doel.

Zielobjekt ist weg. Wo sind die?
Waar zijn ze? Doelwit is verdwenen?